De kluut
De kluut heeft een overwegend wit verenkleed met scherpe zwarte tekening op de kruin en nek, de opvallende omhoog gebogen zwarte snavel en de lange blauwgrijze poten maken de Kluut onmiskenbaar. Ook de rug en de vleugels bevatten zwarte strepen. Kluten foerageren het liefst in water met een fijne sliblaag, daar maaien ze als het ware, met hun snavel op een kiertje open, doorheen. Zodra er een garnaaltje of iets dergelijks naar binnen zwemt, klapt de kluut haar snavel direct dicht. Op die manier foerageren ze het grootste deel van de dag. Het nest bevindt zich op de grond in een kuiltje, versierd met schelpen en grasstengels. Het legsel bestaat uit 4 zandkleurige of grijsgroene eieren met donkere vlekken. In Nederland is de kluut tijdens het broedseizoen voornamelijk aanwezig langs watergebieden zoals het Lauwersmeer. Deze steltloper overwintert langs de kust van de middellandse zee en de Atlantische kust van Frankrijk en Portugal. Een deel van de populatie overwinterd aan de Westerschelde.
Maak jouw eigen website met JouwWeb