De citroenvlinder.

De citroenvlinder komt voor in grote delen van Noord-Afrika, delen van Azië en in grote delen van Europa, ook in Nederland en België. De vlinder is een zwervende soort die overal kan worden aangetroffen maar vlak voordat er gepaard moet worden zoeken de vlinders de waardplanten op. De enige twee soorten waarvan de rupsen kunnen leven zijn sprokehout en wegedoorn, die in en rond bossen en houtwallen groeien. Rond de paartijd kunnen de vlinders hier massaal worden aangetroffen.

De citroenvlinder is een van de langstlevende soorten die als imago meer dan een jaar oud kan worden. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd wordt een winterslaap gehouden in holten in bomen of lage, groene struiken zodat de vlinder moeilijk te vinden en goed gecamoufleerd is. Ook als de imago rond juni uit zijn pop komt wordt al snel een soort zomerslaap gehouden. Hierdoor wordt het grootste deel van het relatief lange leven al rustend doorgebracht.