De torenvalk.

Het gehele jaar komen torenvalken in een groot deel van Europa voor, waaronder Nederland en België. Ze komen voor op allerlei plaatsen, van weilanden en bosranden tot ook in steden. De torenvalken zijn vaak te zien langs autowegen. Het voedsel bestaat voornamelijk uit kleine zoogdieren en insecten, bijvoorbeeld muizen en kevers. Torenvalken zijn in staat urinesporen van muizen te detecteren. Hierdoor kunnen ze snel populaties van muizen vinden en bejagen. Torenvalken kunnen stil in de lucht hangen met snelbewegende vleugels en een gespreide staart, het zogenaamde "bidden". Tijdens het bidden kijken ze naar beneden op zoek naar een prooi. Als ze deze hebben gevonden, duiken ze erop af. Ze bouwen zelf geen nest, maar kiezen vaak een oud kraaiennest als nestplaats. Ook gebruiken ze graag nestkasten waar ze zicht hebben op een open ruimte waar ze kunnen speuren naar voedsel. Het legsel bestaat uit vier tot negen witte, rode of geelgrijze eieren.

torenvalk met kraaienschaduw