De heggenmus.

De heggenmus wordt ongeveer 14 centimeter groot, ongeveer even groot als de huismus, maar onderscheiden zich doordat de rugstrepen doorlopen tot op de kop terwijl de huismus daar grijs is. Deze vogel heeft duidelijke, donkerbruine strepen op de zijkant, roodbruine poten. Heggenmussen worden zelden of nooit in groepjes gezien. Het mannetje en het vrouwtje dragen hetzelfde verenkleed. Hij heeft een hoge, heldere, vrij stereotiepe zang. Minder vaak te horen in de zomer. Ze verplaatsen zich op een eigen manier: laag bij de grond onder struiken en heggen, op paadjes en zelfs in lanen van parken op zoek naar voedsel. Aan de scherpe snavel van de heggenmus is te zien dat het hier om een insecteneter gaat. Het legsel bestaat uit 3 tot 6 blauwachtige eieren. Aan die blauwe eitjes heeft hij zijn bijnaam te danken: blauw pieperke.