De pimpelmees.

Volwassen pimpelmezen zijn circa 12 centimeter groot met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van ongeveer 12-15 gram, dit is kleiner dan de koolmees. De pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. Een jonge pimpelmees is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr, gevolgd door bellende geluiden, en lijkt iets feller dan die van de koolmees. De vlucht van de pimpelmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In boogjes zweeft hij door de lucht, in de tussenpozen slaat hij met de vleugels. Pimpelmezen leven vooral in bosrijke gebieden en tuinen met veel groen. De vogels zijn vooral tussen struikgewas, houtwallen en houtsingels te vinden. Ze voelen zich overal waar bomen staan thuis. Pimpelmezen zijn schuwer dan koolmezen. Het is bekend dat ze trucjes kunnen leren om aan voedsel te komen. Het geschatte aantal paren pimpelmezen in Nederland is ongeveer 275.000 - 325.000 en stijgt nog steeds. De gemiddelde levensduur van een pimpelmees in goede leefomstandigheden bedraagt ongeveer drie jaar, met weinig roofdieren en zachte winters kan ook een leeftijd van acht jaar worden bereikt. De oudst geregistreerde leeftijd voor een pimpelmees is 19 jaar. 

In de broedtijd eten pimpelmezen voornamelijk insecten en insectenlarven. Zij nestelen in boomholten en ook vaak in nestkastjes. Hun voorkeur gaat uit naar een vlieggat dat een paar millimeter kleiner in doorsnede is dan dat van de koolmees. Het gat varieert daarmee tussen de 28-30 mm, een verschil van gemiddeld een halve centimeter. Een geschikte nestkast heeft een minimale binnenmaat van 12x12x25 centimeter.

Aan het begin van het voorjaar en in het begin van de zomer wordt de pimpelmees seksueel actiever, maar vanaf het moment dat de dagen gaan lengen (21 december) begint het mannetje al frequent te zingen.

Wanneer een koppeltje pimpelmezen elkaar heeft gevonden blijven zij gedurende een of twee broedsels bij elkaar en nemen ze beide de verantwoordelijkheid voor het voeren van de jongen. Het is echter niet vreemd als het koppeltje hetzelfde nest jaren achter elkaar samen gebruikt of dat het nest wordt overgenomen door één van hun jongen. Een gemiddeld nest bevat 10 tot 12 eieren waarvan meestal 80% uitkomt; 40% van de jongen wordt volwassen. Het grootste deel van de pimpelmezen overleeft strengere winters meestal niet.