De spreeuw.

Spreeuwen nestelen in natuurlijke holtes in bomen, in nestkasten maar ook in gebouwen. Ze tasten de bodem van weilanden en grasvelden af op zoek naar insectenlarven, zoals van de langpootmug (emelten). Ze zijn talrijk. Na de broedtijd verzamelen de spreeuwen zich op grote slaapplaatsen. In het najaar komen er vanuit Noord- en Midden-Europa vele spreeuwen naar onze omgeving. Rond de slaapplaatsen vormen zich dichte wolken van duizenden spreeuwen. In de wintermaanden een zwart verenkleed met een paarsgroene gloed en opvallende witte spikkels. In broedkleed zijn spreeuwen zwart gekleurd met een gloed van paarse, blauwe en groene kleuren. Jonge spreeuwen hebben tot in september een bruin, onopvallend verenkleed. Leeft in groepen, na het broedseizoen soms zeer grote groepen. Zijn vrij luidruchtig. Spitse snavel die geel is in het broedseizoen, daarbuiten donker grijs/zwart.



Biscuitspreeuw, dit is een spreeuw met een pigment afwijking welke leucisme heet.

Spreeuw in winterkleed.

Maak jouw eigen website met JouwWeb