De tjiftjaf.

De naam ontlenen de vogels aan hun zang, die klinkt als tjif-tjaf. De fitis en de tjiftjaf zijn tweelingsoorten en beide insecteneters met een dunne fijne snavel. Ze zijn zeer beweeglijk en vertonen onrustig gedrag. De tjiftjaf lijkt qua uiterlijk erg op de fitis, maar meestal hebben tjiftjaffen donkere poten, terwijl fitissen over het algemeen lichte poten hebben. Fitis en tjiftjaf zijn eenvoudig te onderscheiden door hun onderling verschillende zang. Het verenkleed is olijfgroen tot bruin en bestaat uit een vuilwitte tot geelwitte onderzijde en zwartbruine poten. Het voedsel bestaat uit insecten, rupsen, muggen, larven en eieren. Het is een trekvogel. De vogels die in Midden- en Noord-Europa broeden, overwinteren in Zuid-Europa en de noordelijke helft van Afrika. Vanaf Maart is hun zang te horen. In Oktober trekken de vogels weer naar hun overwinteringsgebied.